dinsdag 17 december 2013

Dierenarts weer kop van Jut - nu in NRC

En daar gaan we weer. Heleen Crul, publiciste van het NRC vindt dat dierenartsen best hun prijs kunnen laten zakken om mensen met huisdieren tegemoet te komen in deze barre tijden. Zij is zo goed op de hoogte van onze financiële positie dat zij meent te kunnen bepalen dat wij best wat minder mogen verdienen. 




Uit haar stuk blijkt dat ze geen idee heeft waarover ze oordeelt. Ze vergelijkt de prijzen tussen een Nederlandse dierenarts en een Italiaanse en concludeert dat "de Nederlandse dierenarts" te duur is. Het zelfde prijsverschil had ze zonder veel moeite kunnen vinden tussen 2 verschillende dierenartsen in een en dezelfde stad in Nederland.


Ze vervolgt haar relaas met de bewering dat het vrijgeven van de prijzen tot hogere tarieven heeft geleid en niet door vergroting van de concurrentie tot lagere.



Het vrij laten van de prijzen heeft zeer zeker tot meer concurrentie onder dierenartsen geleid. De diversiteit van tarieven is nog nooit zo groot geweest. Er zijn inmiddels mobiele dierenartsen en low budgetklinieken die diergeneeskunde voor een zeer lage prijs aanbieden. Vaak zijn dit ketens die met een lage overhead en goedkoop personeel werken waar heel goed naar het rendement van het geïnvesteerde vermogen wordt gekeken. Soms ook zijn het net beginnende dierenartsen die in een slechte arbeidsmarkt hun vak willen uitoefenen en van de inkomsten net rond kunnen komen. Je moet als eigenaar van een huisdier goed om je heen kijken en vergelijken als je voor weinig geld geholpen wil worden. Als je dat pas doet als je dier spoedeisende hulp nodig heeft is het hiervoor meestal te laat. En dat heb je met alles in het leven toch?



Mevrouw Crol constateert dat moderne dierenklinieken forse financiële investeringen vergen en gaat er vervolgens klakkeloos van uit dat die alleen maar gedaan worden als er een flink rendement tegenover staat. Wat ze helaas niet weet is dat de meeste dierenartsen niet de meest geslepen zakenlui zijn die hun vermogen met het beste rendement investeren. Bedragen geïnvesteerd in goodwill verdampen als sneeuw voor de zon en ook praktijkpanden worden de laatste jaren eerder minder dan meer waard. Het rendement op het geïnvesteerde vermogen bedraagt tegenwoordig zelden meer dan 10%. Geen wonder dat het tegenwoordig ook voor dierenartsen heel moeilijk is om de praktijkfinanciering rond te krijgen.



De meeste dierenartsen investeren in een praktijk om iets meer te verdienen dan in loondienst mogelijk is. De CAO voor dierenartsen is openbaar en mevrouw Crul kan met gemak de verdien- en carrièremogelijkheden van een dierenarts in loondienst achterhalen. Nee, dierenartsen verdienen niet het minimumloon. De meesten hebben een redelijk inkomen maar echt rijk wordt maar een enkeling. Ik nodig mevrouw Crul uit om eens mijn cijfers te komen bekijken zodat ze zich een beter oordeel kan vormen over de inkomenspositie van de gemiddelde gezelschapsdierenarts.



Een aantal jaren (nog niet zo heel lang) geleden heeft de overheid besloten dat huisdieren niet tot de eerste levensbehoeften behoren en het hoge BTW tarief voor diergeneeskundige zorg ingevoerd. Hier was niet alleen de huisdiereigenaar de dupe van. Veel dierenartsen hebben in die tijd de prijzen nauwelijks aangepast aan de inflatie waardoor hun winsten sterk onder druk kwamen. Als wij als gemeenschap besluiten dat huisdieren wel weer tot de eerste levensbehoefte gaan behoren kan het BTW tarief weer omlaag, dan kunnen we ook meteen een verplichte zorgverzekering voor huisdieren invoeren en de mensen die dat niet kunnen betalen zullen hier dan voor gecompenseerd moeten worden.




Tot die tijd blijft een hond of een kat luxe. Het is dan ook niet kies om de dierenarts verantwoordelijk te maken voor het bereikbaar houden van diergeneeskundige zorg voor iedereen die het eigenlijk niet kan betalen.

vrijdag 11 oktober 2013

Warme douche doet meer kwaad dan goed!

Afgelopen maandag werd bij TROS Radar een warme douche uitgedeeld aan een dierenarts uit Deventer. Omdat bij een patiënt tijdens de operatie was ontdekt dat er geen redding meer mogelijk was heeft de dierenarts de operatiekosten voor eigen rekening genomen. Op zich een fijne geste naar een krap bij kas zittende studente maar schadelijk voor de beeldvorming over dierenartsen in het algemeen. Het verwachtingspatroon dat een dierenarts op No Cure - No Pay basis zou moeten werken wordt opnieuw versterkt. De reacties op de Tros Radar site maken duidelijk dat de slechts betaalde academici van Nederland nog steeds te boek staan als graaiende zakkenvullers. Het feit dat mensen op deze manier reageren zonder ook maar de moeite te nemen om het filmpje te bekijken maakt duidelijk hoe hoog het de huisdierenbezitters zit.


Ik vraag me af waarom dierenartsen steeds weer aangevallen worden als ze een redelijke vergoeding voor hun diensten vragen. Als de Nederlandse huisdierenbezitter van mening is dat hun dierenbezit door de dierenarts financieel mogelijk gemaakt moet worden dan zou het toch een taak zijn van de overheid om de dierenarts van subsidie te voorzien? Alleen zo kan deze voor een geringe vergoeding of wellicht zelfs gratis dieren helpen.

Zolang dit niet gebeurt zal iemand de 6 tot 8 jaar die een dierenarts er over doet om zijn studie af te ronden moeten betalen. Dat betekent 6 tot 8 jaar voorzien in levensonderhoud en het collegegeld. Toch al snel zo'n 100.000 euro (gedeeltelijk wordt dit nu door de overheid via studiefinanciering gedaan maar hier is stevig in gekort). Aan het eind van de studie blijft de net afgestudeerde dan met een fikse studieschuld achter. Ook zal iemand de praktijklocatie en inrichting voor zijn rekening moeten nemen. Al snel zo´n 200.000 tot 400.000 euro en dan heb ik het nog niet over de dierenartsassistenten die een salaris verwachten en hun werk niet op vrijwillige basis doen. Al met al een groot financieel risico als er niemand meer is die verwacht voor je diensten te moeten betalen.

Door de grote financiële zorgen en het gebrek aan waardering bij het brede publiek is het percentage dierenartsen dat met een burn-out of erger thuis zit veel groter dan in de gemiddelde beroepsbevolking.

Op dit moment zijn er nog voldoende dierenartsen om aan de vraag te voldoen maar als deze trend zich voortzet kan dit weleens snel gaan veranderen.

zaterdag 29 juni 2013

Wat zijn woekerprijzen?


Als de vergoeding in geen enkele verhouding staat tot de geleverde dienst. 

Maar hoe beoordeel je de waarde van een dienst als je er zelf weinig of geen verstand van hebt? Over het algemeen vergelijk je dan de ene aanbieder met de andere. Als de prijzen sterk uiteen lopen kan je kiezen voor de goedkoopste.   Een verstandige keuze als de diensten van de verschillende aanbieders in kwaliteit sterk overeen komen. Het zelfde type TV of camera koop je tegenwoordig via vergelijkingssites op internet.

Maar hoe zit dat als de kwaliteit van een dienst sterk kan afwijken? Als je voor de goedkoopste gekozen hebt zal je niet snel zeuren en met mindere kwaliteit genoegen nemen. Toch? Of toch niet? Wat als het gaat om iets wat je dierbaar is? Dan kan je terecht op internet en kijken of je recensies kan vinden. Of je vraagt het aan je vrienden of kennissen of op de hei.

De meeste mensen vinden dat voor hun huisdier alleen de beste zorg goed genoeg is. Voor ons zelf willen we ook alleen de beste zorg. Hoe deze zorg betaald moet worden laten we in ons geval over aan de overheid. En als deze overheid aan de vraag wil voldoen - en dat alleen kan doen door de premies van de zorgverzekeringen op te voeren - schreeuwen we moord en brand want deze zorg mag ook weer niet te veel kosten. Er moeten keuzes gemaakt worden en gelukkig hoeven we dat niet zelf te doen - tenminste niet in het dagelijks leven. We kunnen alleen stemmen op onze politieke voorkeur.

Bij onze huisdieren moeten we deze keuze wel zelf maken. En zoals het met de meeste dingen is, kwaliteit kost geld. Zoals in elke branche zitten er ook bij dierenartsen beunhazen bij. Ook hier helpt het als je eerst gaat informeren bij familie, vrienden, buren en op de hei. Maar over het algemeen geldt: Als je voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten, verwacht dan geen topvoorstelling!

Zo, en nu ga ik het weer over de leuke dingen van het vak hebben. Wie knuffelt er niet graag een pup of kitten?



Dat kan ik namelijk heel erg goed!

woensdag 22 mei 2013

Woekerprijzen bij dierenartsen!

Dit schrijft de Telegraaf op 18 mei in een artikel.

De aanschaf van een dier kost vaak weinig tot niets. Helaas staan veel mensen er niet bij stil dat een dier geen tweedehands auto is die je even kan laten staan als je geen geld voor benzine en reparaties hebt. Een dier heeft elke dag aandacht nodig, moet elke dag eten en als het ziek is, heeft het zorg nodig. Naar mijn idee moeten mensen hierover nadenken voor ze een dier aanschaffen. Ze mogen niet van de dierenarts en zijn medewerkers verwachten dat zij uit dieren- en naastenliefde hun diensten onder de kostprijs weggeven. Ook zij moeten aan hun verplichtingen kunnen voldoen om op langere termijn een gezond bedrijf te kunnen voeren.

De manier waarop de Telegraaf dierenartsen in het recente artikel als beroepsgroep weer in de hoek van graaiende zakkenvullers plaatst, is volstrekt onterecht. Als je de duurste praktijken als norm neemt en deze vervolgens vergelijkt met de goedkoopste prijsvechter - waarvan je de prijzen vervolgens als fair en geoorloofd neerzet - dan sla je in mijn ogen de plank behoorlijk mis.

Medewerkers in de dierenartsenbranche scoren jaar in jaar uit als slechts betaalde werknemers. Een net afgestudeerde dierenarts (minimaal 6 jaar universitaire opleiding) verdient volgens CAO +/- 16 euro bruto per uur met een maximum van +/- 29 euro bruto per uur als leidinggevende van een grote praktijk aan het eind van zijn loopbaan.

Een net afgestudeerde dierenartsassistente met een opleiding van 4 jaar verdient +/- 9 euro bruto per uur met een maximum aan het eind van zijn/haar loopbaan van +/- 16 euro bruto per uur. Aangezien de prijzen van de dierenarts volgens de Telegraaf de pan uit rijzen moet de dierenartsondernemer een ware slavendrijver zijn die alleen maar bezig is zichzelf over de rug van de diereneigenaar en zijn personeel te verrijken. Als dat zo was, zou niet menig dierenartsenpraktijk momenteel op de rand van een faillissement balanceren.

Het arbeidsongeschiktheidspercentage onder dierenartsen behoort tot het hoogste van Nederland en dat komt niet omdat ze zo vaak op vakantie gaan. Ze hebben zorgen, het werk is fysiek zwaar en ze zijn dikwijls naast dierenarts ook de werkgever, klusjesman en manager van de praktijk. Daarnaast hebben heel wat praktijkeigenaren zich net als veel andere kleine ondernemers in Nederland in torenhoge schulden moeten steken om een praktijk te kunnen financieren. Ook zij hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.

Diereigenaren verwachten vaak dat ze altijd en meteen bij ons terecht kunnen en dan tevens de beste en modernste zorg ontvangen. En dan wil de Telegraaf ons wijsmaken dat dit nauwelijks iets hoeft te kosten. Wie is er hier nou gek?

 

vrijdag 22 februari 2013

Soms krijg je zomaar een verhaal kado

Zes jaar geleden opende ik in Muiden een 2e spreekkamer in de hoop dat er nieuwe huizen op het oude terrein van de kruitfabriek gebouwd zouden worden. Een jaar later stortte de economie in en zakte de huizenprijs. Als ondernemer zeur je niet en maak je er het beste van. We zijn nu nog 3 ochtenden een uurtje geopend voor de enkele kleine behandeling, vaccinatie of advies. Helaas gebeurt het regelmatig dat ik rustig aan de administratie kan werken. Soms is afleiding dan best welkom en gisteren vertelde een goede klant een verhaal uit zijn jeugd. Lag het aan de tijd van het jaar of onze gemeenschappelijke herkomst? Wie zal het zeggen, ik was enigszins aangedaan en mag het gelukkig met jullie delen...

Voor mij begint ons gemeenschappelijke verhaal bij Karl-Hugo. Een wat kalend teckelreutje van een oudere stadsgenoot. Karl-Hugo heeft inmiddels de eeuwige jachtgronden opgezocht en werd opgevolgd door Vadim die ik helaas een aantal maanden geleden heb moeten laten inslapen. De heren dachten dat dit hun laatste hondje zou zijn maar gelukkig dacht de fokster van Vadim hier anders over. Ze had nog een ouder teefje die geen nestje meer mocht hebben. Deze wilde ze wel afstaan aan Meneer en zijn vriend. Zo kwam Froukje hun gezelschap houden, de voorlopig laatste in een rij van vele honden in het leven van deze meneer.

Het verhaal dat hij vertelde, gaat over de eerste teckel. Om precies te zijn het hondje van zijn oudere broer. De broer was heel erg goed op school en mocht om die reden een wens doen. Hij wilde graag een teckeltje. "Hier komt niets van in" zei zijn vader. "Ik ga echt niet met zo'n klein beestje over straat". Vader had zelf een Herder. Zoon hield voet bij stuk en beloofd was beloofd. Hexje zou er komen en Hexje kwam er.

We spreken over het laatste jaar van de Tweede Wereld oorlog in een grote stad in het oosten van Duitsland. Het gebied werd bestookt met bommen van de geallieerden en vader was verantwoordelijk voor de bescherming van de burgerbevolking. Het was verboden om honden mee de schuilkelders in te nemen want je wist maar nooit hoe ze in paniek zouden reageren. De jongens hielden zich hier in het begin niet aan en toen vader hier achter kwam was het huis te klein. Er werd een hut gebouwd en in de keuken gezet. Hier moest het hondje dan in als er weer een luchtalarm klonk en de schuilkelder opgezocht moest worden.

19 februari 1945 was een prachtige voorjaarsdag. Het alarm loeide maar moeder had weinig zin om de kelder op te zoeken. Tot nu toe was het steeds loos alarm geweest en dat zou het nu vast ook weer zijn. De oudere broer liet het er niet bij zitten. Vader - aan het werk aan de andere kant van de stad - had bepaald dat ze de schuilkelder moesten opzoeken en hier mochten ze niet tegen in gaan. Hexje werd in de hut gezet en zoons en moeder daalden af in de niet geheel voltooide schuilkelder. De materialen om het plafond te stutten lagen al in de tuin maar hier was men nog niet aan toe gekomen.

Na een tijdje hoorden ze hoe een bom aan de tuinkant het huis binnen vloog, en zonder te ontploffen via de keuken het huis weer uit vloog en aan de overkant van de straat tegen een bomenrij ontplofte. Door de drukgolf werd het huis opgetild en stortte in. Het jongetje van acht werd door zijn oudere broer onder een deurkozijn geduwd maar moeder was minder gelukkig en raakte bedolven onder het puin. Gelukkig kon ze gewond maar levend onder het puin vandaan getrokken worden en kropen ze de tuin in.

Bij vader op het werk brandden er lichtjes op de plekken waar de bommen waren gevallen en hij wist dat het mis was. Medewerkers vroegen hem of ze een auto moesten sturen om te kijken of alles in orde was, maar hij vond dit een verspilling van de schaarse middelen. Zonder zijn medeweten werd er toch iemand op de motor weggestuurd. Deze trof alleen maar puinhopen aan. Ze moesten ervan uitgaan dat niemand meer in leven was.

Een school in de buurt was aangewezen als verzamelplaats voor door de bombardementen dakloos geworden mensen, dus daar gingen moeder en de kinderen ook naar toe. Hexje was in geen velden of wegen te bekennen en aangezien er van het huis niet meer dan een hoop puin over was, gingen ze er van uit dat ze dood onder de brokstukken lag. Toen ze bij de school aankwamen, bleek ook deze niet meer overeind te staan. Ze besloten daarom in het donker langs de brandende huizen maar op weg naar het kantoor van vader te gaan.

Toen ze weer langs de smeulende resten van hun huis kwamen zagen ze in het donker twee ogen glinsteren en hoorden ze een hondje jammeren. Hexje was natuurlijk niet in het hutje gebleven en liep vrij door de keuken toen de bom ontplofte. Dit redde haar leven. Door de drukgolf is ze waarschijnlijk door het raam naar buiten geblazen.


Uiteindelijk gearriveerd bij het kantoor van vader was deze volledig ontredderd bij het zien van zijn doodgewaand gezin dat vies en bebloed binnen kwam strompelen met de kleine teckel in hun armen. Een klein lichtpuntje in een verder duistere tijd.

Voor meer waar gebeurde verhalen over dieren in oorlogen:
Oorlogsdieren, een prachtig boek van Bibi Dumon Tak.

woensdag 30 januari 2013

Hoe ver wil/moet/mag/kan je gaan?

Naar aanleiding van een commentaar wat een lezeres op FB op mijn berichtje had hier toch iets meer dan alleen "Wat geweldig voor Kira en baasjes":

Afgelopen week kreeg ik de volgende mail vergezeld van een prachtige foto:

"Sinds kort heeft Kira een "rollator". Zij gaat hiermee als een speer: van amper 5 min lopen (voor het rollator tijdperk) tot nu weer bijna 1 uur!
Misschien dat andere honden (en ook katten) hier iets aan hebben.
(Via http://www.hondenrolstoel.nl kunnen mensen meer info krijgen)"


Wie mij kent weet dat ik uiterst terughoudend ben in het gebruik van kunst- en vliegwerk om een dier kost wat kost in leven te houden. Als een dier pijn lijdt en we die pijn niet dragelijk kunnen maken of als een dier op een andere manier onherstelbaar in zijn/haar welzijn aangetast is moet je uitkijken dat je, om een baasje die geen afscheid kan nemen een plezier te doen of je zelf niet wil opgeven dan maar door blijft dokteren. 

Zo was ik altijd afwijzend over het gebruik van rolstoelen/hulpmiddelen bij dieren met een dwarslaesie. Dat ben ik nog steeds maar er zijn dus ook tussenvormen. Bij dieren komen ook aandoeningen voor waarbij de spierkracht in de achterhand verminderd is en de dieren zeker geen pijn hebben en nog zelfstandig hun behoefte kunnen doen. 

De bovenstaande hond en baasjes ken ik al meer dan 10 jaar en ik ben er van overtuigd dat Kira nog een aantal geweldige maanden zo niet jaren met dit hulpmiddel tegemoet gaat. Ik zal dan ook in de toekomst iets minder terughoudend zijn in het adviseren van deze hulpmiddelen. Blij dat ik steeds weer door dier en baas scherp gehouden wordt en bij mag/moet/kan/wil leren.

Dank je wel, Kira.

Natuurlijk ben ik benieuwd wat jullie hier van vinden en hoe jullie erover denken dus geef je mening aub!